Kansen in de zorg
Het aantal flexwerkers in de zorg neemt ernstige vormen aan, zo constateert het kabinet in een brief aan de Tweede Kamer. In de zorg was in 2018 maar liefst 15% van de werkenden, oftewel een groep van 188.000 mensen, een flexwerker.
Gaat het om uitzendkrachten? Nee. Slechts 11.000 van hen, minder dan 1%, zijn uitzendkrachten. Het gaat met name om een afnemende groep van oproepkrachten (53.000 mensen) en een sterk groeiende groep van zzp’ers (91.000 mensen).
Waar in andere sectoren de groei van het aantal zzp’ers vooral wordt gevoed door het ‘waterbed-effect’, lagere kosten van zzp’ers, en gunstige fiscale faciliteiten voor zzp’ers, is in de zorg iets anders aan de hand. In de zorg kiezen steeds meer werknemers voor het zzp-schap, omdat zij niet meer als werknemer willen werken. Mensen willen meer autonomie. Ze willen werken op tijden dat het hen schikt. Met minder werk- en regeldruk.
Dit leidt tot verschillende problemen. De achterblijvende werknemers worden ingeroosterd op de ongunstige tijden, waardoor werkdruk en ziekteverzuim daar stijgen. Ook de kosten voor de zorginstellingen nemen toe, zozeer zelfs dat het kabinet wil komen tot maximumtarieven voor zzp’ers in de zorg.
Maar ook voor de zzp’ers zelf zijn er nadelen aan verbonden. Veel van hen zijn niet verzekerd voor pensioen en arbeidsongeschiktheid. Een serieus probleem, want het gaat niet alleen om de ‘klassieke’ hoogopgeleide OK-assistenten, maar in toenemende mate ook om lageropgeleiden, zoals thuiszorgmedewerkers.
Ook de kwaliteit van de zorg komt onder druk te staan. Onderzoek van het CBS toont aan dat zzp’ers veel minder aan opleiding doen dan werknemers. En als het ergens belangrijk is om ‘bij’ te blijven, dan is het wel in de zorg voor kwetsbare patiënten.
Wat mij betreft is het tijd voor een herwaardering van het uitzenden. In de zorg zal er altijd veel behoefte zijn aan flexibiliteit in de vorm van goed en gekwalificeerd personeel. Elk etmaal weer. De afgelopen jaren hebben veel uitzendorganisaties zich ontwikkeld van pure uitzender voor piek en ziek tot hrm-dienstverleners die zich ook richten op (bij)scholing van (her)intreders en neveninstromers. Gespecialiseerde uitzenders bieden daardoor een oplossing voor piek en ziek, maar leveren ook een bijdrage aan de groei van het arbeidspotentieel. En niet in de laatste plaats: als best gereguleerde vorm van externe flexibiliteit biedt uitzendwerk een beter en zekerder alternatief voor werknemers die meer autonomie willen over hun inzetbaarheid.
Preken voor eigen parochie? Ja. Maar met een reden.