Uitzendmonitor: minder uitzendkrachten in fase A, groei in fase B en C
Uitzendwerk blijft een belangrijke rol spelen op de Nederlandse arbeidsmarkt. Dit blijkt uit de cijfers over de uitzendbranche van 2023. Hoewel nog altijd het grootste deel van de uitzendkrachten een fase A -contract heeft, zien we een verschuiving van fase A naar fase B en C. Het aandeel uitzendkrachten in fase A is gedaald van 80% in 2022 naar 70% in 2023, terwijl fase B groeide van 13% naar 22% en fase C van 5% naar 6%.
Van alle uitzendkrachten stroomt 10% door naar een vast dienstverband, 20% naar een tijdelijk dienstverband, en 28% naar een volgende uitzendbaan. Uit recente cijfers blijkt dat 84% van de uitzendkrachten die uitstromen naar een regulier dienstverband, daar langer dan zes maanden in blijft werken. Dit bevestigt dat uitzendwerk voor velen een duurzame stap richting een volgende baan is.
Meer uren en een groeiend aandeel fulltime werk
Ook blijkt dat uitzendkrachten meer uren werken en hun uitzendbaan minder vaak combineren met ander werk of studie. Uitzendkrachten werkten in 2023 gemiddeld 719 uur, tegenover 693 uur in 2022. Ook het aantal fulltime werkende uitzendkrachten (36 uur of meer per week) is gestegen van 25% in 2022 naar 27% in 2023.
Na de WW weer aan het werk via uitzendwerk
Uitzendwerk blijft ook belangrijk voor mensen met een uitkering. Van de personen die na de WW weer aan het werk gaan, doet 22% dat via uitzendwerk.
Belangrijke pijler voor de arbeidsmarkt
De cijfers tonen aan dat uitzendwerk een belangrijke bijdrage levert aan de arbeidsmarkt. Uitzendwerk blijft een essentiële factor in het verbinden van werkzoekenden en werkgevers.
Onderzoeksbureau SEO Economisch Onderzoek voerde deze analyses in opdracht van de ABU uit. Ben je geïnteresseerd in het volledige onderzoeksrapport? Stuur dan een mail naar communicatie@abu.nl.