“Verplichte certificering is een goed idee”
Regulering uitzendbranche
Eind oktober vorig jaar presenteerde het Aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten onder leiding van Emile Roemer zijn definitieve rapport. Een van de voorstellen die het aanjaagteam deed, was de verplichte certificering van uitzendorganisaties. Is dat een goed idee? Die vraag legden we voor aan Rob Slagmolen (VNO-NCW en MKB-Nederland) en Richard van der Kruijk (COV).
“Het grote probleem is dat we geen zicht hebben op ongeveer twee derde van de 14.000 uitzendbureaus,” zegt Rob Slagmolen, beleidssecretaris bij VNO-NCW en MKB-Nederland. “In de uitzendbranche bestaat het SNA-keurmerk om fraude en illegaliteit tegen te gaan. Uitzendorganisaties die het keurmerk hebben, worden periodiek gecontroleerd. Dat is in de praktijk een uitstekend instrument om het kaf van het koren te scheiden.” Toch is het zo dat slechts 4.600 uitzenders ervoor hebben gekozen om zich door SNA te laten certificeren. Slagmolen: “Die uitzendorganisaties betalen er dus voor om zichzelf te laten controleren. Maar de rest, ruim 9.000 uitzendbureaus, staat alleen ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Die betalen daar een schijntje voor en worden bovendien niet eens gecontroleerd.”
Rob Slagmolen, beleidssecretaris VNO-NCW/MKB-Nederland
Meer regels klinkt stoer, maar daarmee los je het probleem niet op.
Niet meer regels
“Wil je malafiditeit in de uitzendbranche terugdringen, dan moet het antwoord niet zijn: meer regels. Meer regels klinkt stoer, maar daarmee los je het probleem niet op. De oplossing moet gevonden worden in het verder verbeteren van het bestaande systeem van publiek-private samenwerking in de branche. Dat is de enige effectieve route.” Slagmolen vindt dat de ABU daar recent een aantal goede voorstellen voor heeft gedaan. “De ABU heeft een veertien punten tellend actieplan opgesteld, waar een aantal interessante ideeën in staan. Zoals het opstellen van een top-100 van malafide ‘veelplegers’ en de versterking van een persoonsgerichte aanpak met een bestuursrechtelijk bestuursverbod.” En een verplichte certificering, zoals de commissie-Roemer bepleitte, hoe kijkt hij daarnaar? “Dat zou een oplossing kunnen zijn om het net rond malafide uitzenders aan te trekken. We moeten echter wel goed kijken of dat niet in strijd is met andere regels, zoals mededinging. Maar het is zeker goed om te verkennen wat de mogelijkheden zijn, want er is nu geen gelijk speelveld.”
Richard van der Kruijk, algemeen secretaris COV
Er zal veel meer een partnership tussen inleners en uitzendorganisaties moeten ontstaan.
Partnerschap nodig
Ook Richard van der Kruijk, algemeen secretaris van de Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV), vindt verplichte certificering een goed idee. “In onze cao hebben wij vastgelegd dat vleesverwerkende bedrijven uitsluitend zaken mogen doen met door SNA-gecertificeerde intermediairs. Jaarlijks controleren wij ook dertig inleners daar steekproefsgewijs op. Dat laatste maakt onze branche uniek.” Volgens Van der Kruijk hebben de afgelopen jaren uitgewezen dat SNA-certificering een zeer effectief instrument is om malafide praktijken tegen te gaan. “In de periode voordat we de verplichte SNA-certificering in de vleessector hadden, kwam tewerkstelling van illegalen bij uitzenders in onze branche nog voor. Maar inmiddels is dat niet meer het geval.” Van der Kruijk denkt overigens niet dat een certificaat alléén alle misstanden de wereld uit helpt. “Je zult ook als inlener in direct contact met de uitzendorganisatie moeten staan om te kijken wat ze precies doen. Door bijvoorbeeld eens te gaan kijken op een huisvestingslocatie van arbeidsmigranten. Is dat huisvesting zoals je die graag ziet? Er zal dus veel meer een partnership tussen inleners en uitzendorganisaties moeten ontstaan. Op dit moment zijn wij als COV, net als LTO Nederland, bezig om zo’n partnerschap vorm te geven.” Ook Slagmolen is van mening dat certificering op zichzelf niet afdoende is. “Je zult ook de controle van bedrijven die niet bij SNA zijn aangesloten fors moeten opvoeren. Dat is nu volstrekt onvoldoende. Tegelijkertijd zou je dan kunnen experimenteren met minder regels en minder frequente controles voor uitzenders die al jarenlang hebben bewezen te goeder trouw zijn. Beloon de goedwillenden dus, maar pak de kwaadwillenden hard aan.”